Home                             

INTERVIEW
Botanical Wasteland – A world-making practice

Boogaerdt/VanderSchoot & Touki Delphine

Tekst: Irma Driesen




Botanical Wasteland (Theater Rotterdam & Touki Delphine) is een co-creatie van theatermakers Boogaerdt/VanderSchoot en muziektheatergezelschap Touki Delphine. De performance gaat in première tijdens de Operadagen Rotterdam 2019 en is op Oerol 2019 onderdeel van The Infectious Event, een drieluik dat de twee gezelschappen samen presenteren.
De voostelling is tevens het eerste deel van Future Fossils, een meerjarig kunstproject waarin Boogaerdt/VanderSchoot de rol van de mens in een ‘niet-menselijk’ tijdperk onderzoeken. Irma Driessen woonde het maakproces van Botanical Wasteland bij en sprak met Bianca van der Schoot over haar inspiratiebronnen en de voorstelling.


Irma Driessen (ID): “We zitten met zijn allen vredig om een artificiële tuin, een geheimzinnig laboratorium, dat ritselt en geluiden maakt. Die tuin, een kooi vol plastic spullen en planten, hebben jullie ingepakt met grote schermen waarop beelden worden geprojecteerd. Een computersimulatie, een soort game-wereld, vermengen jullie met realtime footage van wat in de tuin gebeurt. Avatars voeren allerlei handelingen uit met objecten. Omdat ik zo dichtbij zit is het alsof ik in de vlammen van een technologisch kampvuur staar.”


Bianca van der Schoot (BvdS): “We zijn natuurlijk al technologische wezens vanaf het moment dat we een steen oppakten en vuur gingen maken. Technologie is moeilijk weg te denken. We zijn cyborgs, vergroeid met onze smartphone. We zijn verstrengeld, ‘entangled’. Ik vind het interessant om te onderzoeken wat er gebeurt als wij uit het centrum stappen, om heruit te vinden hoe we kunnen co-ëxisteren met alle wezens, ook non-humans. In Walk of Things (een podcast-wandeling die samen met Botanical Wasteland en Firebird als drieluik van Boogaerdt/VanderSchoot &Touki Delphine op Oerol te beleven is – ID) loop je over het eiland en luister je naar verhalen vanuit het perspectief van de dingen, die een stem krijgen: de zee, de dijk, de lucht, de worm, de iPhone. Intussen ben jij daar.”


ID: “Het drieluik dat jullie samen met Touki Delphine maken voor Oerol, waar Botanical Wasteland onderdeel van is, noemen jullie The Infectious Event. Waarom?”


BvdS: “De term ‘infectious’ heb ik overgenomen van Donna Haraway. De mannen van Touki Delphine componeren een symfonie, zetten een soundscape in elkaar, brengen de objecten en wereld in de tuin tot leven, mechanisch, elektronisch en met lucht. Suzan en ik knutselen aan verschijningen, karakters, wezens, struiken, maken beelden. We creëren gelijk op, we bouwen samen. Sympoiesis. En infectious dus. We infecteren elkaar. Ongrijpbaar soms hoe dat gaat.”


ID: “Ik constateer dat jullie heel lang produceren, zoeken, maken, de dingen open houden. Jullie richten echt een soort werkplaats in, bewegen daarin, onderzoeken wat voor geluid objecten maken, hoe je je als speler verhoudt tot het systeem. Is dat een juiste constatering?”

BvdS: Repeteren is voor mij het ontdekken of ontrafelen van de spelregels van een nieuwe wereld, alles is er al, wij mogen het ontdekken, het aandacht geven en opnieuw omlijsten, componeren, uitlichten. Zo een nieuwe wereld tot bestaan dromen, net als de sjamanen doen. Of zoals Donna Haraway ons voorleeft.

ID: “Donna Haraway lijkt sowieso een belangrijke inspiratiebron. Je gebruikt een citaat uit haar lezing ‘Anthropocene, Capitalocene, Chtulucene: Staying with the trouble’ (2014) als motto: ‘It matters what stories tell stories’.”

BvdS: “Klopt, ze parafraseert hier Marilyn Strathern, een antropoloog. Wie welk verhaal vertelt en waarom is van belang. Verhalen moet je destabiliseren met andere verhalen, aldus Haraway. Op dit moment krijgen we bijvoorbeeld van alle kanten dystopieën naar ons toegeslingerd. Over het klimaat bijvoorbeeld. Plastic soup. Dat het al te laat is. Dat stimuleert totaal niet. Het leidt bij mij tot een soort eco-verlamming. Ik hoef niet per se een utopie daarvoor in de plaats, maar ik wil wel graag terug in de verwondering. Ik wil Botanical Wasteland dan ook hoopvol laten beginnen, en hoopvol laten eindigen. In de lente, als een nieuwe wereld op punt van ontluiken staat. Daarbij wil ik het disfunctionele inbouwen. Het disfunctionele levert inspiratie op, vitaliteit. Als we oude verhalen durven loslaten ontstaat ruimte voor het nieuwe. Dan zien we dat we misschien wel nooit zijn verjaagd uit de Garden of Eden. Dat dat ook maar een verhaal is, één van de vele.”

ID: “Ah, vandaar de tuin. En Adam en Adam die eindeloos aan het rennen zijn en mechanisch bewegen. Alsof het systeem ze beweegt, alsof ze geprogrammeerd zijn?”

BvdS: “Een machine maakt van jou een machine: je kunt enkel handelen zoals de machine toestaat, zegt James Carse, een andere inspiratiebron voor de voorstelling. Een tuin is juist het tegendeel, een plek van groei en speelsheid en maximale spontaniteit. Hoe meer soorten en variëteiten, hoe vitaler de tuin. Het doel van een tuin is het voortduren van de tuin, niemand hoeft te winnen. De kracht van een cultuur heeft, net als in natuur, ook te maken met verschillen, variëteiten, verrassingen. Je wil die in anderen niet onderdrukken, eerder stimuleren. Dat maakt dingen mogelijk. ‘Genius in you stimulates genius in me’. Groei stimuleert groei.”

ID: “Het lijkt alsof jullie bovenop de technologische omwenteling waarin we zitten, een transformatie van de mens voorspellen of vóórstellen. In de voorstelling spreekt een stem over Quantum Leap Evolution. We verzamelen ons om de tuin, niet om die tuin te veranderen, maar om zelf te veranderen. Gaat evolutie niet ‘vanzelf’?”

BvdS: “Het was voor mij een eyeopener toen ik las dat evolutie binnen generaties kan plaatsvinden, en niet tussen generaties. Ik heb me bij het maken verdiept in sjamanisme, helen en transformeren. Ik heb planten gegeten, ayahuasca geprobeerd, vuurrituelen ondergaan. Invloeden daarvan zie je terug in Botanical Wasteland. Voor sjamanen is alles wat leeft één, we zijn niet afgezonderd van krachten en energieën. Zij hebben toegang tot een andere wereld, via trance en rituelen en mantra’s en ritmes brengen ze hun bewustzijn in een andere staat, en komen ze ‘terug’ met kennis, visioenen. Ze dromen ‘a new world into being’. In Botanical Wasteland luiden sjamanen de transformatie in. Via songs roepen we de vier windrichtingen aan, de krachten die gaan helpen.”

ID: “Ik zie inderdaad dat avatars zich wassen met rook. Ze drinken een bepaalde substantie. De voorstelling wordt op een gegeven moment trippy, hallucinerend. De avatars raken in trance.”

BvdS: “De trip full force werkt toe naar een soort offerritueel, een vuurritueel, waarin het oude verhaal geofferd kan worden. Daarna kan in stilte, in de winter, in afwachting, in het donker, een nieuwe wereld geboren worden. Incuberen. Dit is eigenlijk een heel oud verhaal.”

ID: ‘Bedoel je het cyclische van de seizoenen? Je vermengt dit oude verhaal toch ook met het nieuwe. Op een gegeven moment lijkt het wel of de stem kwantummechanica gaat uitleggen. Ze zegt: ‘Any given moment contains unlimited futures that can become real. The reality that occurs is the one you give attention to.’

BvdS: ‘In die laatste twee zinnen zit voor mij de kern van Botanical Wasteland. Als je dit doordenkt, betekent dit dat wij de wereld inderdaad ‘into being’ dromen. Als je een deeltje wil zien, verschijnt een deeltje, als je een golf wil zien, verschijnt een golf. Perceptie bepaalt de realiteit. Als dat waar is, als kwantum-entiteiten niet zo zeer ‘zijn’ maar ‘kunnen zijn’ of ‘kunnen gebeuren’, dan is opeens alles mogelijk, dan maken wij de realiteit door onze aandacht te richten. Het grappige is dat kwantummechanica onderbouwd uitlegt wat sjamanisme al duizenden jaren weet: je droomt zelf of je wordt gedroomd. De tekst over kwantummechanica is trouwens gisteren [dag voor de tryout – ID] gesneuveld. We moesten hem offeren omdat we door de specifieke uitleg denkers werden die onze dromers in de weg zaten. Dat is sowieso een klus hier in onze westerse wereld. Hoe houd je je dromer wakker? Hoe zorg je dat je de dromer blijft en niet de droom wordt?’

ID: ‘In het werk van Boogaerdt/VanderSchoot komen vaak cyborgs, avatars en half-gemechaniseerde karakters voor. Jullie vertelden me dat je gewend bent het lichaam als object tussen de objecten te zien. Als ding tussen de dingen. Psychologie komt er weinig aan te pas. Beeld en compositie wel. In hoeverre ben je een verhaal aan het vertellen of beeld aan het maken?’

BvdS: ‘De keuze om met chromakey te werken, de publieksopstelling (we zitten om een soort technologisch kampvuur), het feit dat we een natuurbeleving oproepen met gerecyceld plastic, dat we vier delen maken, vier windrichtingen aanroepen, dat we de mens/performer nauwelijks zien in dit werk, dat is allemaal inhoud, dat vertelt een verhaal. Misschien is het geen lineair verhaal maar een het is wel een verhaal. We stellen een nieuwe vertelvorm voor en daarmee een nieuwe manier om de werkelijkheid vorm te geven.’

ID: ‘In een videobewerkingsprogramma heb je een bepaald zoom-effect of crossfade in 1 seconde gerealiseerd, jullie pielen een hele middag met het in- en uitzoomen van twee camera’s om live hetzelfde effect te creëren. Dat live element, het bij elkaar komen en samen kijken, is blijkbaar nog heel belangrijk...’

BvdS: ‘Het samenkomen en gezamenlijk onze aandacht richten, dat is onze belangrijkste menselijke tool in de evolutie van de mensheid. Daar zit tegelijkertijd onze verantwoordelijkheid als menselijk wezen. Daarmee kunnen we misschien een nieuwe wereld scheppen. Het theater is een plek waar we die tool kunnen leren beheersen, heruitvinden, oefenen en koesteren. Het theater is een transformatieruimte. Heel speels en heel serieus.’

ID: ‘Ok, ik heb de voorstelling gezien, ik heb lekker meegezeild en meegefloat en  meegedroomd. Ik wil transformeren, maar wat nu? Hoe trek je de inspiratie die je krijgt als je net een voorstelling gezien hebt het dagelijks leven in?’

BvdS: ‘Ik weet het niet. Alles is er al. De werkelijkheid die verschijnt is degene waaraan jij aandacht geeft. Dat is de grootste opsteker die ik ken. Daar doe ik het op.’